Veranderingen in de Wet Bescherming Klokkenluiders

Veranderingen in de Wet Bescherming Klokkenluiders

De Wet bescherming klokkenluiders is op 18 februari jl. in werking getreden. Melders van misstanden binnen de eigen organisatie worden vanaf deze datum beter beschermd. Door de veranderde wetgeving ligt de bewijslast namelijk bij de werkgever, waar dit voorheen bij de klokkenluider zelf lag. Deze diende namelijk eerder zelf aantoonbaar te maken benadeeld te worden door het doen van de melding van misstanden.    

Er worden nu ook meer melders beschermd dan enkel werknemers in dienstverband.

Meer melders beschermd

Behalve werknemers worden ook anderen beschermd die werk gerelateerde activiteiten verrichten, zoals stagiairs, zzp’ers, vrijwilligers, (onder)aannemers, leveranciers en sollicitanten. Zij hoeven hun melding niet meer eerst intern te doen, maar kunnen als ze dat willen ook direct terecht bij het Huis voor klokkenluiders of een andere bevoegde autoriteit, zoals de Autoriteit Financiële Markten of de Autoriteit Persoonsgegevens. Ook degenen die een melder bijstaan en interne onderzoekers van een melding zijn nu beschermd tegen benadeling.

Enkele onderdelen (vooralsnog) niet in werking

Enkele onderdelen van de Wet bescherming klokkenluiders treden overigens (nog) niet in werking. Bijvoorbeeld de verplichting voor werkgevers om anonieme meldingen in behandeling te nemen. Daar is nog nadere regelgeving voor nodig.

Een andere nog openstaande kwestie is of het Huis voor klokkenluiders sancties mag opleggen als werkgevers zich niet aan bepaalde verplichtingen uit de Wet bescherming klokkenluiders houden. Eerst moeten de gevolgen van deze onderdelen voor de uitvoering en handhaving in beeld gebracht worden. Vervolgens is ook daar nog nadere regelgeving voor nodig.

Zoals we in een eerdere nieuwsbrief hebben bericht ligt er nog een wetsvoorstel voor bij de Tweede Kamer om de vertrouwenspersoon binnen organisaties te verplichten en de positie van de vertrouwenspersoon verder te versterken.